Hommel: het lijf

Een hommel is een bij. Een dikke harige bij.
Een bij die bij lage temperaturen kan vliegen dankzij de stevige beharing.
Een hommel bromt lekker bij het vliegen, een lage bromtoon. Onverstoorbaar lijkt het.

Voor hommeldeterminatie is het handig om te weten waar je op moet letten op het lichaam van een bij.  Daarom even een korte toelichting.

Een hommel bestaat net als alle andere bijen uit 3 onderdelen: kop – borststuk – achterlijf.

Kop

Op de kop vind je de ogen, met facetogen. Twee antennes sieren de kop. Dit zijn belangrijke voelsprieten. Ze bestaan uit 12 delen voor het vrouwtje, 13 voor het mannetje. Dit is allemaal gelijk voor elke hommel. Waar je voor de determinatie op moet letten is de beharing op de kop van de hommel.

Ook de lengte van de tong kan van belang zijn. Er zijn langtongige en korttongige hommels. Maar dit zie je niet zo snel als ze voorbij vliegen.

Borststuk

Op het borststuk – oftewel het middenstuk – vind je de aanhechting voor de vleugels en voor alle poten. De beharing op de rug en de breedte van de beharing is een belangrijk determinatiekenmerk. Is het hele borststuk gekleurd of is er alleen een streep kleurig behaard?

Achterlijf

Het achterlijf bestaat uit segmenten, 6 bij vrouwen, 7 bij mannen. Voor het determineren is het kontje – het laatste deel van het achterlijf van belang. Dat is de eerste stap bij het determineren, daarmee kom je al snel verder.